Woensdagmorgen om half vier was het bitter koud. Samen met een maat en een vriendin fietste ik door de verse sneeuw naar huis. Met veel gevoel voor stuurmanskunst probeerden we heel voorzichtig vanuit het café heelhuids thuis te komen. Carnaval was weer ten einde, de vasten kon beginnen.
Zo’n vredige, witte nachtpaste goed bij onze carnavals-act als boedha-bob-team. Al ruim 20 jaar trekken we met vijf man op zaterdag samen op. Traditie en broederschap zijn toch de kern van dit volksfeest. Iedereen die de moeite neemt zich te verkleden hoort erbij. Je praat makkelijk tegen iedereen aan, drinkt een pils, maakt een praatje en swingt er op los. Het gevoel van saamhorigheid maakt iedereen trots op wat hun dorp of stad voorbrengt, genietend van geuite liefde of interesse. Dat genot gun je iedereen. Toch vinden we het lastig om over geluk en gevoel te praten. Goed nieuws is geen nieuws, zeggen we vaak. De media lijken langzaam beter bedreven te raken in het vangen van dit gelukzalige gevoel. De standaard carnavalsberichten melden steevast hoeveel doden er vielen in Rio en hoeveel ‘boven de Moerdijkers’ rotzooi maakten in Brabant en Limburg. Zelden lees je dat wereldwijd zo’n 300 miljoen mensen genieten van dit feest.
Afgelopen week liet de KRO in drie tv-uitzendingen zien wat er gebeurt als je met een positieve blik naar dit volksfeest kijkt. Dan blijkt ineens dat iedereen wel zijn of haar kruis draagt; de een zit midden in een chemokuur en heeft nog maar kort te leven, de ander verloor kinderen bij een auto-ongeluk. Door samen leut te maken en juist daar samen naar toe te leven, wordt verdriet gedeeld en verwerkt. Zo waren de overleden kinderen als geschilderde engeltjes aanwezig op de carnavalswagen. Het dweilorkest speelde urenlang op de luifel van het café, maar nam toch pauze om ballonnen op te laten voor hun pas overleden bekkenist, alsof hij er toch nog even bij vanuit de hemel. Daarna ging de muziek en de lol voort. Gevoelens van leven en dood worden door vrolijkheid toch dragelijker gemaakt.
We hebben met z’n allen nog wat te leren over omgaan met onze gevoelens, maar de tekenen zijn hoopvol. Ook ‘boven de Moerdijk’ zal het lukken met het kanaliseren van die gevoelens, tijdens schaatstoernooien, Koninginnedagen en kermissen. Tijdens mijn nachtelijke fietstocht door de sneeuw voelde ik toch een vleugje jaloezie richting Rotterdam, zo’n zomercarnaval klinkt net iets behaaglijker gevoel dan fietsen in ijzige kou met een volle blaas.