In het 'ik-ik-ik' tijdperk 1965-1985 wilden we zoveel mogelijk dingen tegelijkertijd doen. Tussen 1985-2005 werden we overstelpt en overgestimuleerd. 'Contact-contact-contact'. We waren overal (via sms, telefoon, laptop) behalve waar we in levenden lijve waren. Overal en altijd alert, continue het gevoel hebben tekort te schieten. Vanaf 2006 zijn we selectief, wordt het 'zin- zin -zin'. We doen alleen nog datgene wat bijdraagt aan onze kwaliteit van leven. Zingeving, ergens bij horen, bescherming en vertrouwen is het criterium.
Druk-druk-druk is dus het verkeerde standaard antwoord op de vraag; hoe gaat het? We wachten rustig op dat ene zinvolle contact dat ons leven verrijkt. Ik zie de postbode al lopen, zou die hem bij zich hebben?