maandag, november 28, 2005

Tandhygieniste

De tandhygieniste

De tijd nadert van de goede voornemens. Natuurlijk lukt
het weleens mijn leven te beteren. Zo neem ik tegenwoordig wat meer tijd (+ 3 min) om de trein te halen. De kick om precies 30 seconden voor vertrek op het perron te staan is wat over.

Andere voornemens beginnen goed , maar na verloop van tijd zit ik weer in het oude patroon. De afspraak om 's avonds na elf uur de PC niet meer aan te hebben staan, heb ik alweer regelmatig geschonden. Maar ik zit niet meer 's nachts om 2 uur te emailen. Geschonden voornemens liggen gevoelig is niet prettig, maar vervelend wordt het wanneer anderen zich daarmee gaan bemoeien. Zeker als je daar een soort straf voor krijgt.
Daarom vind ik zo'n afspraak met de tandhygieniste zo afschuwelijk. Tanden zijn zeker niet mijn sterkste lichaamsdeel. Na een grondige inspectie met zo'n irritant haakje tussen je tanden, volgt de poetsinstructie. Net als ieder ander volg ik enkele weken na de instructie de raadgevingen strikt op. Dan komt de klad er toch wat in. 's Avonds toch te lang achter de PC gezeten en dan snel naar bed, o ja nog even tandenpoetsen. Dat echter niet alleen, naast het tandenpoetsen ook nog tandenstokers en daar boven op nog diverse maten tandenborsteltjes. Het stoken lukt nog wel, maar ik droom liever eerder dan ook nog na poetsen en stoken te gaan borstelen.

Toch werkt dat bestraffende vingertje wel. Want binnenkort moet ik weer naar de tandhygieniste. Toch mijn voornemens maar weer oppakken, anders wordt de juffrouw kwaad. En sinds de kleuterschool weet ik het al; een kwade juffrouw voelt niet lekker.

donderdag, november 24, 2005

Nummer 13

Mijn universitaire studie verliep vlotjes en succesvol, over de middelbare school deed ik wat langer, zo'n 7 jaar. Typisch een laatbloeier. Het zitten blijven had wel gevolgen voor de militaire dienstplicht. Eerst in dienst en dan pas door naar de universiteit. Voor het eerst was ik niet meer een naam, maar een dienstplichtnummer; 530709448.
De oom van mijn moeder zat op de dienstplichtadministratie, die kon mij versneld oproepen zodat het verlies aan studiejaren beperkt bleef. Mijn militaire carrière bleef daardoor beperkt tot vrachtwagenchauffeur als soldaat eerste klasse. Voor kenners, op een YA314.
Nummer 13 werd mijn wagen. Voor de meesten van ons is dat een ongeluksnummer, niet voor mij. Op de vele ritjes voor o.a.de KMA cadetten heeft hij mij nooit in de steek gelaten. Wel staat mij bij dat op een collega wagen uit de kazerne Amersfoort, met nummer 13, een boom was gevallen. Louter toeval natuurlijk.

Meer dan vrachtwagen rijden heb ik toen niet geleerd, wel van de andere maten. Die kwamen bijna allemaal uit Wilibrord, gemeente Rucphen. Ruige jongens die in het weekend de dure mercedessen van hun vader 'leenden' en de volgende dag tot hun schrik constateerden dat er bloedresten in de achterbank zaten. Een bijzonder dorp met een gesloten gemeenschap waar ErasmusMC veel wetenschappelijke vruchten van plukt. Het Erasmus Rucphen Familieonderzoek (ERF) bestudeert daar bij 2.500 mensen welke erfelijke factoren leiden tot veelvoorkomende ziekten. De EUR heeft veel publicaties, waaronder oogheelkundige , aan het dorp te danken.

Het getal 13 is echter nooit uit mijn leven verdwenen. In dit digitale tijdperk krijgen we steeds meer cijfers toegekend; sofinummers, wachtwoorden, pincodes, toegangcodes etc. Vaak zit het getal 13 in het aan mij toegewezen cijfer. Het zal wel in de genen zitten . Al is de relatie tussen gen en een specifiek getal nog niet bevestigd in de ' Rucphen studies'. Toch lijkt die erfelijke aanleg wel aanwezig want mij jongste dochter Lidwien speelt nu voor het eerst in een sportteam met rugnummers en sporttassen. Ze gaat zeker winnen met nummer 13 !

donderdag, november 17, 2005

Paradijs

Het weer op een zondagmiddag midden in november is meestal onstuimig van karakter. De herfstwinden en regens hebben de blaadjes van de bomen gerukt, de eerste koude nachten zijn geweest en de winter kondigt zich aan. Dit jaar is dat allemaal anders, de blaadjes zitten op deze zondagmiddag nog gewoon aan de bomen, de zon schijnt volop en de hemel is blauw.

Mijn wijk is een voormalig dorp waar de Brabantse tradities wat makkelijker in stand blijven. Het weer is dit keer lente-achtig, maar de vele tradities en culturen botsen wel fel op elkaar. Sint is immers net aangekomen in Nederland en maakt zijn opwachting. De nazaten van de Poolse bevrijders (zij verlosten ons van de Duisters maar ook vele meisjes van hun maagdelijkheid) vieren even verderop in het gemeenschapshuis een Poolse landdag. In de diverse cafe’s klinkt al carnavalsmuziek, want ook dat seizoen begint 11 november en in de kerk worden paradijselijke klanken voortgebracht.

Het engelenconcert is gebaseerd op teksten uit Dante's De goddelijke komedie. Net als in andere kunststijlen komt in de uitvoering harmonie en gevoel sterk naar voren, een afscheid nemen van de twintigste-eeuwse opvatting dat een muziekstuk vernieuwende en avant-gardistische toonsystemen moet bevatten. Muziek moet in de eerste plaats weer gepassioneerd zijn.

Terwijl de engelenklanken van de sopranen de kerk vullen, dringen de koperen klanken van de carnavalsmuziek op de achtergrond naar binnen. Het lijkt volop feest in de hemel.
Dante wist de relatie tussen intellect en passie in het paradijs goed te schetsen. Intellect kan leidend zijn bij hel en vagevuur , maar het binnen treden van het paradijs deed Dante aan de hand van zijn aardse geliefde Beatrice. De hemelse sferen kunnen immers alleen in beelden beschreven worden en alleen van uit je hart waargenomen en beleefd worden.

Het weer mag dit jaar dan niet onstuimig zijn, de mens lijkt weer vol passie te zitten. Dat maakt dit aardse paradijs wel een stuk leuker.

donderdag, november 10, 2005

Bodybubbels

Marketing is “booming” in diverse sectoren en de ziekenhuizen ontkomen daar eveneens niet aan.
Tijdens marketingacties voor ons ziekenhuis bleek dat we onze ogen flink de kost moeten geven. Zo ook tijdens een promotiedagje in hartje Rotterdam.

Al weten we erg veel van ogen, klanten lokken op het Binnenwegplein, is toch wat anders dan het draaien van een poli. Het moeilijkste is het contact leggen met iemand wanneer je daar midden op het plein in een stand of voor een oogbus staat. We weten dat tijdens een doodgewone presentatie 43% van de toehoorders naar de ogen kijkt van de spreker en slechts 12% naar diens mond. Dat geldt evenzeer voor zo'n standpresentatie. Ook de interactie met het winkelend publiek moet worden voorbereid door oogcontact. Dat betekent dat je als maar meer oogcontact met die tegemoet lopende persoon moet leggen voordat je de voorbijganger fysiek benadert en aanspreekt. ‘Het oog’ staat dus centraal alvorens je er überhaupt al iets over hebt gezegd.

Maar dan zijn we er nog niet. We moeten ook nog letten op de bodybubbels. Wat zijn dat nu weer voor dingen?
Het zijn zones om ons lijf heen waar sommige mensen probleemloos door heen mogen dringen en anderen niet. Doen die dat toch dan voelen we ons ongemakkelijk. Welke afstand moeten we dan bewaren,als we rekening houden met die bubbels? Volgens het blad Fortune dulden we in de persoonlijke zone (0,5 - 1,25 meter) enkel heel goede vrienden. In een zakelijk of dienstverlenend contact dient een zone van 1,25 tot 2,2 meter in acht te worden genomen. In ieder geval moeten we iemand nooit dichter dan een armlengte (0,75m) benaderen.

Wat nu te doen als iemand je dichter nadert dan je lief is? Zorg voor achtergrondgeluid en fel licht, want dan zijn mensen geneigd meer afstand tot de ander te houden. Partybeesten weten dat natuurlijk uit ervaring. Een klef muziekje en gedempt licht zorgt voor een intiem dansje en leuke fantasieën. De kroegbaas wil echter ook op tijd naar huis en draait de lichtknop op vol. Dat uit elkaar vallen van paartjes blijkt dus een natuurlijke reactie op fel licht en harde achtergrondmuziek te zijn. Of is het toch de wat tegenvallende schoonheid in het volle licht die de bodybubbel zone wat doet aanzwellen? In het ziekenhuis hoeven we nog geen bodybubbelcursus te gaan opzetten, want iedereen lijkt zich daar feilloos aan te houden. De commissie ongewenste intimiteiten lijdt immers nog steeds een slapend bestaan. Als we onze ogen de kost geven en de armlengte niet doorkruisen blijft dat nog wel een tijdje zo.


donderdag, november 03, 2005

Traceerbaar

Tom Tom wordt inmiddels zo vaak gebruikt dat het werkwoord tomtommen weldra in de Van Dale zal staan.
De gebruikelijke echtelijk twist aan het begin van de vakantie over de te kiezen route kan nu worden afgewenteld op ' Karin', de sprekende tom-tom. Scheelt weer een aantal echtscheidingen. Tegelijkertijd lijkt men het eigen oriëntatie gevoel te verliezen. Men vaart geheel op de techniek en raakt van de kaart zonder zijn Tom Tom .

Iedereen lijkt overal en altijd traceerbaar te willen zijn. Dat was kort geleden nog heel ongebruikelijk. De semafoon, de pieper, gebruikte je als je dienst had, maar niet daar buiten. De toch zeer dynamische collega's van mijn eerste job, organisatieadviseurs, weigerden zelfs deze nieuwe semafoons. Ze wilden niet overal traceerbaar zijn.
Zo verliep de bevalling van onze kinderen altijd zeer vlotjes, binnen een paar uur. Toen de derde zich aandiende werkte ik in Amsterdam, buiten de spits al een dik uur rijden naar huis. Ook toen bestonden mobiele telefoontjes nog niet, je had semafoons met diverse code mogelijkheden. In een kwartier veranderde de code ' bevalling begonnen' in code 'opschieten'. Onder politiebegeleiding heb ik toen klaverblad 'oude rijn' via de vluchtstrook genomen. Dan zijn piepers heel handig.
Toch sluit de traceertechniek steeds ongemerkter in ons leven. Sta er maar niet gek van te kijken als binnen tien jaar GPS detectie verwerkt zit in garen en dus in onze kleding , maar ook in al onze eigendommen. Na aankoop wordt gelijk onze unieke code aangebracht, zelfs op de lingerie van Marlies Dekkers!
Terwijl we nu noch gruwelen van de negatieve effecten van zo iets, zal bijna iedereen deze onzichtbare techniek prijzen. Nooit meer spullen kwijt, altijd traceerbaar, geen detectiepoortjes meer, geen pasjes meer nodig. Je bent immers zelf een lopend pasje geworden. Wel erop letten dat je niet spullen van een ander aantrekt of meeneemt want dan ben je de klos.
Verdwaald in dat gps tijdperk prevelt iemand nog 'beste heilige Antonius mijn beste vrind, zorg dat ik m'n .. terug vind' en hoopt op een wonder. Hij is duidelijk de weg kwijt, maar misschien wel heel gelukkig.