InfraROOD kunnen we zelf met onze ogen niet zien, maar gebruikt de gezondheidszorg veelvuldig om door ons lichaam te kunnen kijken. Het infrarode diagnosemiddel is de start van het toepassen van een hopelijk succesvolle therapie. De zorg is daardoor effectiever geworden. Het gezondheidszorgsysteem is door allerlei regels echter ontregeld, veel te complex. We zien de patient in het complexe systeem steeds minder staan, terwijl we dankzij infraROOD hem beter van binnen kunnen zien.
Voorbij het infraROOD komen we in het “nearby infraROOD” terecht, een interessante lichtzone volgens futuroloog Paul Ostendorf op een IT-congres te midden van oude treintechnologie in het Utrechtse Spoorwegmuseum. Daarmee kunnen we nog meer zien van de inwendige mens en van alle levende en niet levende producten en materialen om ons heen. Inmiddels zijn handzame nearby infrarood scanners op de markt waarmee we eenvoudig kunnen checken of het appeltje nog vers is, de paddestoel giftige stoffen bevat en onze aderen teveel kalkaanslag bevatten. Worden we daar gelukkig van? Het vissen naar allerlei informatie levert immers steeds meer bijvangsten op, nevenvangsten waar we helemaal niet op zitten te wachten. “Meer meten” is “meer weten”, toch laat “minder weten” je makkelijker allerlei dingen vergeten. Een keertje stoppen met data vergaren, stoppen voor ROOD, maakt de mens wellicht veel gelukkiger, “the right to be forgotten”. Laat ROOD maar eens zien, als je het niet wilt zien.