Tijdens de WK-wedstrijd België-Rusland waren de straten in Vlaanderen, Wallonië en Brussel uitgestorven. Iedereen haastte zich naar huis of café om niets te missen. In cafés en op pleinen zorgden de Rode Duivels voor een ongekende verbondenheid tussen Vlamingen en Walen. Zelfs de Vlaamse en Waalse tv-zenders werkten samen en schakelden moeiteloos tussen Nederlands en Frans. De intense omhelzing van het duivelse rood bracht een Belgische identiteit tot leven die bijna vergeten leek.
Infrarood kunnen we met onze ogen niet zien, maar in de zorg wordt het volop gebruikt om in het lichaam te kijken en betere diagnoses te stellen. Terwijl we dankzij infrarood juist meer van de patiënt van binnen zien, raakt door de complexiteit van het zorgsysteem de patiënt regelmatig uit beeld. De patiënt wordt te weinig omhelst.
Met ‘nearby infrarood’, een interessante lichtzone volgens futuroloog Paul Ostendorf, kunnen we nog meer zien van de inwendige mens en alle levende en niet levende producten en materialen. Met scanners kunnen we de versheid van een appeltje checken tot de gezondheid van onze aders aan toe. Worden we daar gelukkig van? Al die data leveren ook veel onnodige informatie op. ‘Meer meten’ is ‘meer weten’, toch laat ‘minder weten’ je makkelijker allerlei dingen vergeten. Niet alle kleuren rood vragen om een intense omhelzing, er is ook nog iets ‘the right to be forgotten’.