De skyline van Rotterdam, met ontwerpen van Rem Koolhaas en zijn collega’s, is op een zomerse juniavond nergens zo indrukwekkend te zien als vanaf de overkant van de Kralingse Plas. De wolkenkrabbers strekken zich in een breed panorama van links naar rechts uit, spiegelend in het water, terwijl je ze vanuit andere plekken in de stad meestal alleen achter elkaar ziet. Tegelijkertijd werd in Venetië de Biënnale geopend, hét hoogtepunt van de architectuurwereld. Elementen vormen de basis van deze architectuur, zoals Koolhaas als curator van de tentoonstelling wil laten zien. Toiletten, in alle vormen en maten, dienen als voorbeeld van architectuur door de eeuwen heen.
Of ligt de basis van architectuur misschien nog dieper? Kloosterburen is een klein dorp met slechts 700 inwoners. Als noordelijkste katholieke enclave van Nederland zijn de dorpelingen trots op hun kerk uit 1868, ontworpen door de beroemde architect Pierre Cuypers. Ze koesteren ook hun ‘biervattenrollen’-wedstrijd en de carnavalsoptocht met 15 wagens. In de vorm van een coöperatie nemen de inwoners het initiatief om het dorp zelf te versterken. Anne Hilderink, het brein achter het idee van het Norbertijnse kloosterterrein Sint Jan, hield deze week voor studenten een gepassioneerd pleidooi over hoe de combinatie van wonen, werken, zorg en cultuur de leefbaarheid van het dorp behoudt en versterkt. Voor Anne ligt de bron van haar verbondenheid met Kloosterburen uiteindelijk in de grond.
De skyline van Rotterdam begon echt vorm te krijgen met de eerste hoge wolkenkrabber, het gebouw Delftse Poort van Nationale Nederlanden aan het Weena. Herman Huizinga was destijds bij NN de eindverantwoordelijke opdrachtgever en had regelmatig overleg met architect Abe Bonnema over de vormgeving van dit 164 meter hoge kantoorgebouw. Herman, nog steeds een indrukwekkend persoon, heeft altijd oog voor detail gehad. Hij heeft me destijds duidelijk gemaakt dat de medewerkers zich prettig moeten voelen in een gebouw, en het toilet speelt daarbij een cruciale rol. De ‘mannelijke’ uitstraling van het Weena-gebouw was belangrijk, maar de inrichting van het toilet was essentieel. Want wat essentieel is, verbindt ons, zelfs tijdens ons dagelijks afscheidingsritueel.