Of zit de basis van de architectuur nog dieper? Kloosterburen is een klein dorp van slechts 700 inwoners. Als noordelijkste katholieke enclave in Nederland zijn ze trots op hun kerk uit 1868 ontworpen door toparchitect Pierre Cuypers en gaan ze prat op de “ biervattenrollen” competitie en hun carnavalsstoet van 15 wagens. In de vorm van een coöperatie nemen burgers uit het dorp, het heft in eigen handen. Anne Hilderink, het brein achter het idee van het Norbertijnse kloosterterrein Sint Jan, hield voor studenten deze week een warm pleidooi hoe door borging van wonen, werken, zorg en cultuur, de leefbaarheid van het dorp behouden en versterkt wordt. Voor Anne zit uiteindelijk de bron van haar verbondenheid met Kloosterburen in de grond.
De skyline op Rotterdamse grond begon echt vorm te krijgen met de eerste hoge wolkenkrabber, het gebouw Delftse Poort van NN aan het Weena. Herman Huizinga, was destijds binnen NN de eindverantwoordelijk opdrachtgever en stoeide met architect Abe Bonnema over de vormgeving van dit 164 meter hoge kantoorgebouw. Herman, nog steeds een fantastische man, had en heeft oog voor het detail. Hij heeft me destijds duidelijk gemaakt dat de medewerker zich prettig moet voelen in een gebouw en daarbij is het toilet cruciaal. De “mannelijke” uitstraling van het Weena gebouw was belangrijk , maar de vormgeving van het toilet essentieel. Want het essentiële bindt ons, zelfs bij ons dagelijkse afscheidingsritueel.