Namen onthouden is niet mijn sterkste kant, ezelsbruggetjes willen soms helpen. Soms haspel ik zelfs de namen van mijn eigen kids door elkaar. Niet alleen ouderdom is volgens de Groningse hoogleraar Douwe Draaisma verantwoordelijk voor geheugenverlies.
Nu de babyboomers langzaam maar zeker toch echt oud gaan worden, neemt de belangstelling voor ouderdom toe. Daarnaast stijgt de levensverwachting. De burgemeesters hebben onderhand een dagtaak aan het aflopen van de verjaardagpartijtjes van honderdjarigen. Ook al worden we ouder, toch blijven we veruit het meest herinneren uit onze jeugdperiode (het reminiscentie effect). Het is nog sterker, naarmate we ouder worden herinneren we deze periode intensiever, terwijl de conditie van het geheugen juist afneemt.
Na je 60ste komen spontaan herinneringen naar boven waar je sinds lang niet meer aan hebt teruggedacht, voor steeds meer mensen een prikkel om hun levensverhaal te schrijven.
De Bulgaarse oogarts Sava Riaskoff heeft zo’n lijvige, 432 pagina’s tellende, autobiografie geschreven, “tussen twee werelden”. Riaskoff is voor en tijdens de oorlog in Oost en Midden Europa opgeleid tot arts. In de jaren van de koude oorlog tot eind 1987 was hij oogarts in Het Oogziekenhuis Rotterdam. Voor huidige medewerkers leuk te lezen om te zien hoe het vroeger was en welke zaken van alle tijd blijken te zijn. Hij ziet herinneringen als bergtoppen boven een zee van mist.
Wat we zijn vergeten is mistig, wat we nog wel weten, onze herinneringen, zijn echter geen dossiers die in de loop der jaren niet veranderen van inhoud. Het zijn hedendaagse belevingen over in het verleden opgedane ervaringen. De bergtoppen zijn wel helder, maar niet exact dezelfde als ze in het verleden waren. We kijken met de ogen van vandaag , naar de gebeurtenissen van gisteren. Onze herinneringen gaan via associaties. Hoe beter we associëren hoe makkelijker we onthouden. Ezelsbruggetjes, associaties, voor namen zijn niet makkelijk te bedenken, daarom is namen onthouden zo moeilijk.
Terugkijkend op ons leven liggen in onze jeugd de mooiste , gelukkigste en belangrijkste herinneringen, daar weten we het meest van. De tijd daarna lijkt van minder belang. Het bracht Oliver Sacks er toe, ondanks diverse eredoctoraten en een glanzende carrière, één zaak belangrijk te vinden voor de beoordeling van zijn leven: ben ik een goede zoon geweest voor mijn ouders? Als dat voor mijn kids ook gaat gelden ? Eerst maar eens minder vaak de namen van mijn kinderen door elkaar haspelen.
Douwe Draaisma , De heimweefabriek,2008