Namen onthouden is niet mijn sterkste kant, ezelsbruggetjes helpen soms wel. Zelfs de namen van mijn eigen kinderen haal ik soms door elkaar. Niet alleen ouderdom veroorzaakt geheugenverlies, volgens de Groningse hoogleraar Douwe Draaisma (De heimweefabriek, 2008). Nu de babyboomers ouder worden, neemt de belangstelling voor ouderdom toe. Daarnaast stijgt de levensverwachting en krijgen burgemeesters het druk met het aflopen van de verjaardagpartijtjes van honderdjarigen. Ook al worden we ouder, we herinneren vooral onze jeugdperiode (het reminiscentie effect). Naarmate we ouder worden herinneren we deze periode intensiever, terwijl het geheugen juist afneemt.
Na je zestigste komen spontaan herinneringen naar boven, wat voor steeds meer mensen een prikkel is om hun levensverhaal te schrijven. De Bulgaarse oogarts Sava Riaskoff schreef zo’n lijvige autobiografie, Tussen twee werelden. Riaskoff is voor en tijdens de oorlog in Oost en Midden-Europa opgeleid tot arts en tot eind 1987 oogarts in Het Oogziekenhuis Rotterdam. Hij ziet herinneringen als bergtoppen boven een zee van mist.
Wat we zijn vergeten is mistig, wat we nog wel weten, onze herinneringen, zijn geen dossiers die in de loop der jaren niet veranderen van inhoud. Het zijn hedendaagse belevingen over in het verleden opgedane ervaringen. We kijken met de ogen van vandaag, naar de gebeurtenissen van gisteren. Onze herinneringen gaan via associaties. Hoe beter we associëren hoe makkelijker we onthouden. Ezelsbruggetjes en associaties zijn voor namen niet makkelijk te bedenken en vergeten we ze daarom makkelijker.
Terugkijkend op ons leven liggen in onze jeugd de mooiste en belangrijkste herinneringen, daar weten we het meest van. De tijd daarna lijkt van minder belang. Het bracht Oliver Sacks ertoe, ondanks diverse eredoctoraten en een glanzende carrière, één zaak belangrijk te vinden voor de beoordeling van zijn leven: ben ik een goede zoon geweest voor mijn ouders? Eerst maar eens minder vaak de namen van mijn kinderen door elkaar halen.