zondag, juni 14, 2009

GEK


In Geel, Vlaanderen, is iedereen al eeuwen gewend dat mensen met psychiatrische aandoeningen gewoon op straat lopen. Waar psychiatrische patiënten vroeger verscholen werden in grote instellingen diep in lommerrijke bossen, leven ze in Geel midden in de samenleving, vaak bij gastgezinnen. Tegenwoordig zie je overal in de wereld dat mensen met een psychische kwetsbaarheid meer zichtbaar zijn in het straatbeeld. Tegelijkertijd zijn de grenzen tussen ‘normaal’ en ‘afwijkend’ gedrag vager geworden. Gewone stadsbewoners doen op straat ook steeds gekker. Iemand die keihard tegen zichzelf praat, kan net zo goed een hardhorende mobiele telefonist zijn als iemand met een psychische aandoening.

     Ook technologie vervaagt grenzen tussen menselijk gedrag en digitale interactie. Bij de nieuwste spellen wordt eerst de gebruiker gescand, de computer reageert vervolgens op bewegingen en maken het mogelijk om samen digitaal inkopen te doen en kleren te passen. Allemaal mogelijk zonder een toets in te drukken, bewegen is genoeg.

     Fysieke luchtfietserij is al de gewoonste zaak van de wereld geworden bij bowling spelende bewoners van het verzorgingshuis. Tachtigjarigen met een Wii-kastje in hun handen strekken geconcentreerd hun armen en gooien spontaan virtuele bowlingballen over een virtuele baan. Alleen het juichen is echt. Van een afstandje ziet het er allemaal wel uit als een psychiatrische afdeling, maar het toont hoe mensen zich tegenwoordig individueel terugtrekken in de eigen digitale virtuele wereld, thuis en op straat. Door ‘afwijkend’ gedrag als ‘normaal’ gedrag te zien was Geel zijn tijd ver vooruit.