De klok bij de Pathé bioscoop moet 9 of 10 minuten over half of heel aangeven want anders kom ik te laat voor de trein op Rotterdam Centraal. Later betekent een sprint, maar rennen over het Schouwburgplein is onverantwoord, zeker als het nat is. Je zou bijna denken dat zo’n spekgladde vloer een vinding van de ontwerper is om de bezoeker langer vast te houden op het plein, maar ook als het droog is zie je de meeste mensen zich snel uit de voeten maken. Het Rotterdamse plein is daarmee niet zo’n plein als het Maastrichtse Vrijthof.
Mensen slenteren over het Vrijthof heen en willen zo lang mogelijk op dat prettige, traditionele plein verblijven. Handel moet mensen aantrekken. Modernere pleinen zoals het Schouwburgplein zijn geen ontmoetingsplekken, maar benadrukken juist de kleinheid van de mens ten opzichte van de grootsheid van de gebouwen. Je wordt als het ware vanzelf naar de zijkanten gedrukt.
Moderne architectuur van pleinen oogt eigenlijk alleen goed op foto´s vanuit vogelvlucht genomen. Het MOMA in New York was dan ook met een speciale expositie lyrisch over het Schouwburgplein. Foto´s op oogshoogte versterken echter de kilheid. Handel vereist een plek waar je met twee benen op de grond staat. De oorspronkelijke architect ziet wel potentie in een herontwerp van zijn Schouwburgplein, hopelijk wordt dat geen tweede uitglijer.