De beste tennissers vliegen de wereld rond, dankzij de tv-camera’s zitten we ze letterlijk en figuurlijk dicht op de huid. We zoomen in tot op de wenkbrauwen van de topsporters, kennen Federer en de steeds aan zijn broekje trekkende Nadal daarom als onze achterzak. Toch leek diezelfde Nadal in de finale van het ABNAMRO-tennistoernooi, verder weg dan ooit, terwijl hij op enkele tientallen meters voor me bewoog. Te ver weg voor het zien van wenkbrauwen of flikkerende oogjes, wel met een totaaloverzicht van het tennisveld, zonder afhankelijk te zijn van tv-beelden. Bij twijfel over de scheidsrechterlijke beslissing verscheen dezelfde computeranimatie in de zaal die we thuis kennen. De virtuele balloop haalt direct de angel uit discussies met de scheidsrechter. In tegenstelling tot de scheldkanonnades en obscene gebaren tijdens partijtjes van de explosieve John McEnroe.
Virtuele en reële wereld lopen nu zo in elkaar over, dat het onderscheid vervaagt. De huidige kredietcrisis werd vorig jaar aangekondigd als een crisis in de virtuele wereld, waarvan nog maar de vraag was of die zou overslaan naar de echte wereld. Inmiddels weten we wel beter.
Opvallend is dat alle oplossingen voor deze crisis in de echte wereld geen rekening houden met de aloude levenswijsheid dat je ‘dieven met dieven moet vangen’. Misschien ligt de oplossing van de problemen in de echte wereld wel in de virtuele wereld.