donderdag, oktober 25, 2007

VREDE


Al Gore heeft de Nobelprijs voor de Vrede gewonnen voor zijn inzet voor het milieu, een schoolvoorbeeld van ‘global thinking’. Tegelijkertijd zien we in Europa een opvallende vorm van ‘acting local’: hoe meer Europa één wordt, hoe sterker bij sommigen de behoefte groeit om hun eigen cultuur te benadrukken. Waar men het vroeger waardeerde dat een buitenstaander z'n uiterste best deed om een vreemde taal te spreken, ligt nu de nadruk op de kleinst mogelijke verspreking van de vreemdeling, als bevestiging van zijn ‘anders-zijn’. Virtuele muren worden opgetrokken rondom de eigen cultuur, het lijkt een kwestie van tijd dat die muren ook fysiek worden.
     De felle reacties op de uitspraken van prinses Maxima over de multiculturele samenleving spreken boekdelen. Zelfs haar uiterlijke schoonheid wint het niet meer van haar ‘vreemdelingschap’. De innerlijke schoonheid van haar gedachten over het samenleven van diverse culturen botst met het idee van anderen dat culturen niet mogen integreren. Niet samen, maar hooguit een naast elkaar leven.
     Sommigen willen extra trots zijn op hun eigen cultuur, maar lijken weinig acht te slaan op de grondvesten van die eigen cultuur. Europa is gebaseerd op joodse, christelijke en humanistische normen en waarden, liefde voor elkaar ongeacht ras, geslacht of afkomst. Die basis lijkt te wankelen en beschaving blijkt vaak een dun vernislaagje. Voor de verschrikkelijke gevolgen daarvan hoeven we maar een dagje te rijden, naar het voormalige Joegoslavië. Daar kunnen we als Europeanen toch verre van trots op zijn. Wie voorkomt dat er opnieuw stammenoorlogen uitbreken tussen verschillende culturen in Europa? Die persoon verdient pas echt de vredesprijs.