‘Carrière maken is uit’, kopt de krant. Twintigers zouden niet-materialistisch zijn en minder gericht op status. Het grote geld en de dikke lease bak zijn niet langer het doel. Althans, ze hebben de definitie 'basale voorwaarden' wat opgerekt. De hoogte van het salaris moet gewoon goed zijn, de verstrekte auto minimaal een Audi A4.
Met basaal gevonden zaken kun je echter niet de blits maken, maar dat is niet erg. Status ontlenen aan werk wordt minder belangrijk. Leuke collega's, autonomie en prettig leven tellen nu zwaarder. Niet vreemd, want veel grote werkgevers van vroeger zijn geheel verdwenen en fabrieken zijn gesloopt. Niets tastbaars is over van waar je als arbeider na al die jaren nog fier op kon zijn. Collega's, waarmee het lekker werken is, belangrijker vinden is dus niet zo gek gezien. Collega's zijn minder snel vergankelijk als het soort werk. En hoe zit het met de voorwaarden? Terwijl ik naar de trein ren stapt mijn collega in zijn Audi A4, ook al zo basaal, schijnt.