donderdag, maart 30, 2006

DICTATORS


De jaarlijkse vergadering van mijn woonhofje heeft veel weg van een typische Vinex locatie: te veel auto's, te weinig parkeerplaatsen en een ontoegankelijk hofje als gevolg. Opvallend is de dubbele moraal van de parkeer-‘dictators’ in het hof. Ze leggen strikte regels op aan anderen, maar nemen zelf alle vrijheid. Zonder pardon stopt men een onbeschoft briefje tussen de ruitenwisser van een onbekende foutparkeerder terwijl even later het hof vol staat met schots en scheef geparkeerde auto's van hun eigen hockeyteam.
     Parkeerproblemen beginnen met de groei van het autobezit. Is dat echt nodig? Gisteren leende ik onze enige auto nog uit aan een ander gezin in nood. Ze hadden dringend een auto nodig...... zelf hadden ze er drie in het gezin!
     De grootheidswaan van de communistische Roemeense dictator Ceausescu zorgde in Boekarest voor 10-baans, compleet lege, wegen. De Roemenen kunnen nu met hun autootjes snel overal heen, maar missen iets wat de dictator wel had: visie.  Het levert mijn zoon wel een interessante stageplaats op; het ontwikkelen van een parkeerbeleid voor Boekarest.

donderdag, maart 23, 2006

ONTBIJT



Een zaterdagochtend, half maart en het is nog steeds veel te koud. Het is heel vroeg, maar een vriend wordt vandaag 50 jaar, als verrassing gaan we bij hem ontbijten. Eerst het ijs van de autoruit krabben. In oktober gingen we in één keer over van de zomer in de winter, zonder maar één herfststorm. Sindsdien is het overdag wekenlang 2-3 graden. Misschien zijn we wel geswitcht van zee- naar landklimaat, schakelen we straks net zo abrupt van winter naar zomer, zonder een lentezonnetje.
     Op straat is geen mens te bekennen, alleen auto's met Poolse kentekens rijden al rond. Mijn vriend werkt ook in de bouw maar zijn collega's liggen vandaag nog op één oor. De bakkerswinkel is nog dicht, maar via een zijdeur slaan we croissants, kadetjes en eierkoeken in. Met champagne en warme harde eitjes verrassen we het nog snurkende gezin. Even later zitten we samen aan de jus d'orange en de koffie.
     De Poolse bouwvakkers hebben het eerste uurtje op de bouw er al op zitten. Hardwerken zijn ze gewend, ook tijdens WO II hebben ze in deze regio hun mouwen flink opgestroopt. Tegenwoordig maken de politici zich zorgen over de grote aantallen Polen in Nederland. Dat ze ons de herfst afnemen is tot daar aan toe, maar werk? Dat houden we liever voor de autochtonen.

woensdag, maart 15, 2006

PASSIE


De Olympische Winterspelen in Turijn stonden in het teken van de slogan 'passion lives here'. De openings- en sluitingsceremonie straalden die passie uit. Passie, samen met de behorende expressie, lijkt weer helemaal terug, net als in de jaren zeventig. In Parijs bloeien de studentenopstanden weer op, met een bezette Sorbonne als symbool.
     Vorige week nam ik deel aan een discussiepanel met architecten. Zij klaagden over het gebrek aan passie bij commerciële opdrachtgevers, die vaak enkel gefocust zijn op een snelle carrière en hoppen van de ene naar de andere job. De architect was de enige constante factor in de steeds wisselende stroom van opdrachtgevers, die geen tijd hadden om zich sterk te maken voor een bijzondere bouwkundige prestatie. Echte creaties vereisen doorzettingsvermogen en een stabiel team, passie is onmisbaar, net zoals voor de gouden plak van Ireen Wüst in Turijn.

donderdag, maart 09, 2006

GRIEPVIRUS


Normaal gesproken kan ik me enorm ergeren aan computervirussen. Vreselijke dingen die uren, soms zelfs dagen, van je tijd kosten zonder dat je er iets voor terugkrijgt. Als je eindelijk alles hebt hersteld, sta je precies waar je begon.

     Nog minder leuk is het om languit onderuit te gaan in de badkamer, vooral niet om half vijf ‘s ochtends. Met 40 graden koorts blijkt een vluggertje naar de WC ineens een levensgevaarlijke onderneming. Helemaal flauwgevallen en met een bebloed hoofd kom ik weer bij bewustzijn. Mijn inmiddels wakker geschrokken vrouw staat lijkbleek naast me. Gelukkig was er weer leven in haar partner.

     Een week na de eerste griepaanval loop ik nog steeds groggy rond. Ook collega’s blijken door deze griep te zijn getroffen, die alle energie door een putje lijkt te laten verdwijnen. Zelfs gedachten komen niet op—gewoon niets, alleen maar platliggen in bed. Dat we dagelijks enorm veel informatie moeten verwerken wist ik wel, maar zo’n griepaanval maakt je daar weer goed bewust van. Pas na dagen komt er weer wat leven in de batterijen en ben ik in staat om achter de computer te kruipen en tv te kijken.

     Het is toch een bijzondere gedachte dat zo’n virus iedereen op dezelfde manier klein krijgt. Alle patiënten hebben dezelfde lichamelijke klachten; misschien zijn we toch meer één geheel dan we normaal gesproken denken. Deze aandoeningen zitten volgens mij toch in de genen, want mijn vader had ook regelmatig een bult op zijn kale hoofd. Gelukkig verdwijnen die plekken na verloop van tijd weer, zodat de gelijkenis met de bijzondere vlek op het voorhoofd van Michail Gorbatsjov maar tijdelijk is.

     Wat met zo’n griepvirus ook snel verdwijnt, zijn de overtollige kilo’s. Dat is dan weer het leuke verschil tussen een computervirus en een griepvirus: aan het eind van de rit ben je met een griepvirus meer kwijtgeraakt. Nu maar hopen dat het lukt om dat zo te houden. Misschien toch maar weer 40 dagen gaan vasten.

 

donderdag, maart 02, 2006

HET GEVOEL


Woensdagmorgen om half vier was het bitter koud. Samen met een maat en een vriendin fietste ik door de verse sneeuw naar huis. Met veel gevoel voor stuurmanskunst probeerden we heel voorzichtig vanuit het café heelhuids thuis te komen. Carnaval was weer ten einde, de vasten kon beginnen.
     Zo’n vredige, witte nachtpaste goed bij onze carnavals-act als boedha-bob-team. Al ruim 20 jaar trekken we met vijf man op zaterdag samen op. Traditie en broederschap zijn toch de kern van dit volksfeest. Iedereen die de moeite neemt zich te verkleden hoort erbij. Je praat makkelijk tegen iedereen aan, drinkt een pils, maakt een praatje en swingt er op los. Het gevoel van saamhorigheid maakt iedereen trots op wat hun dorp of stad voorbrengt, genietend van geuite liefde of interesse. Dat genot gun je iedereen. Toch vinden we het lastig om over geluk en gevoel te praten. Goed nieuws is geen nieuws, zeggen we vaak. De media lijken langzaam beter bedreven te raken in het vangen van dit gelukzalige gevoel. De standaard carnavalsberichten melden steevast hoeveel doden er vielen in Rio en hoeveel ‘boven de Moerdijkers’ rotzooi maakten in Brabant en Limburg. Zelden lees je dat wereldwijd zo’n 300 miljoen mensen genieten van dit feest.

    Afgelopen week liet de KRO in drie tv-uitzendingen zien wat er gebeurt als je met een positieve blik naar dit volksfeest kijkt. Dan blijkt ineens dat iedereen wel zijn of haar kruis draagt; de een zit midden in een chemokuur en heeft nog maar kort te leven, de ander verloor kinderen bij een auto-ongeluk. Door samen leut te maken en juist daar samen naar toe te leven, wordt verdriet gedeeld en verwerkt. Zo waren de overleden kinderen als geschilderde engeltjes aanwezig op de carnavalswagen. Het dweilorkest speelde urenlang op de luifel van het café, maar nam toch pauze om ballonnen op te laten voor hun pas overleden bekkenist, alsof hij er toch nog even bij vanuit de hemel. Daarna ging de muziek en de lol voort. Gevoelens van leven en dood worden door vrolijkheid toch dragelijker gemaakt.
     We hebben met z’n allen nog wat te leren over omgaan met onze gevoelens, maar de tekenen zijn hoopvol. Ook ‘boven de Moerdijk’ zal het lukken met het kanaliseren van die gevoelens, tijdens schaatstoernooien, Koninginnedagen en kermissen. Tijdens mijn nachtelijke fietstocht door de sneeuw voelde ik toch een vleugje jaloezie richting Rotterdam, zo’n zomercarnaval klinkt net iets behaaglijker gevoel dan fietsen in ijzige kou met een volle blaas.