In een vreemd gebouw kijk ik altijd naar nooduitgangen, kwestie van veiligheid. Zo ook in het restaurant waar studenten van de hotelschool een speciaal "diner in the dark" verzorgden. Zonder een eurocent op zak hadden ze een eetzaal geregeld, compleet met koks, eten, nachtkijkers en afplakmateriaal. Zelfs een brandweerman was aanwezig. Een bestuurslid van de blindengeleidehond organisatie heette ons welkom.
Eten in het pikkedonker heeft uiteenlopende effecten bij mensen. Sommige mensen raken volledig van de kaart door het ontbreken van kaders, terwijl anderen een bijzonder gevoel krijgen omdat andere zintuigen scherper worden: je hoort, ruikt, voelt en proeft meer. Vinologen, die normaal
imponeren met hun wijnkennis, vallen ineens van hun voetstuk wanneer ze de wijnfles niet kunnen zien, maar alleen kunnen ruiken en proeven. Is het nu een witte wijn uit de oude of nieuwe wereld? Mijn tafelgenoten doen wel eens mee aan wijnproefwedstrijden, waren volledig de kluts kwijt.
Gezichten kunnen we niet zien, evenals het eten wat op ons bord ligt. Het dessert lijkt keihard, maar blijkt afgedekt met een kletskop, een geintje van de koks! Jammer genoeg was de zaal niet volledig pikkedonker; Want er zit een levensgroot verschil tussen een enkel lichtje zien en helemaal geen lichtje, eén lichtje is voldoende om de zienden zekerheid te geven. Een pikdonkere ervaring blijft je altijd bij: knipperen met je ogen en nog steeds niets zien maakt je bewust van het belang om altijd goed te weten waar je bent. In noodsituaties moet je blindelings de ontsnappingsroute weten te vinden.
Het was nu juist de brandweer die het bedekken van het verlichte ontsnappingslichtje verbood, begrijpelijk volgens de regels, maar jammer. Een volledig donkere ervaring had meer bijgedragen aan het toekomstige veiligheidsgedrag van de bezoekers. Maar regels zijn regels voor bureaucraten en daarin past geen ruimte voor het positieve effect van zo’n gevoelservaring op toekomstige veiligheid.