Het Britse koninkrijk doet het goed. Hoewel de oorlog in Irak terechte kritiek opriep, gaat het verder voor de wind. Dat zie je ook terug in de kunst- en modewereld. We mogen met Britse invloeden voor de dag komen: ruiten, klassieke strepen, tweedjassen en leren ellenboogstukken zijn helemaal in. In de koopgoot struikel je over de Burberry-sjaals.
Geen wonder dat Woody Allen, zijn nieuwste film Matchpoint, geheel in Londen opnam. Toch speelt een zwoele Amerikaanse daarin een cruciale rol. Uiteindelijk komt de Londense Upper Class sterker uit de film dan de mislukte Amerikaanse actrice met de ontzettend sensuele lippen. Zo wint het oude Europa opnieuw van de nieuwe wereld.
Een deel van de film Matchpoint speelt zich af in de Modern Tate, een museum voor hedendaagse kunst in een oud energiegebouw. Dezelfde locatie komt ook terug bij een andere kaskraker, The Constant Gardener, waar een Britse upper-class jongen in Kenia wordt geconfronteerd met de uitwassen van de farmaceutische industrie. Ook hier lijkt gepassioneerde liefde het af te leggen tegen de belangen van het Britse Imperium.
Opvallend is dat vrouwen in deze Britse kunstuitingen vaak slachtoffer lijken te worden van mannelijke carrière- of eerzucht. Of zitten er te veel stereotypen in dit soort films? Tenslotte was het valse paspoort in de Matchpoint ook afkomstig uit zo’n stereotiep land. U raadt het al, een weggevertje waarschijnlijk van minister Verdonk.