Optrekken naar 'den vreemde' betekent allang niet meer ontsnappen aan Nederlanders. Soms lijkt het alsof Nederland veel meer dan 16 miljoen Nederlanders heeft! Onze campings in Toscane zaten vol met Hollanders. 's Ochtends stond je niet alleen in de rij bij de campingwinkel voor vers brood, ook een verse Telegraaf was mogelijk, zelfs op zondag. Het voelde bijna als thuis, al smaakte het zoutloze Italiaanse brood anders. Sinds de paus eeuwen geleden belasting op zout invoerde, eten de Italianen zoutloos brood. Net als Hollanders vermijden betalen zij belastingen.
Souvenirs zoeken voelt in zo’n omgeving ridicuul. De shops in de binnensteden verkopen dezelfde spullen als thuis: zeepjes, geurtjes en kaartjes. Onze dochters vonden dat geen probleem. Na de verplichte culturele uitstapjes naar Da Vinci en Michelangelo waren merken als Miss Sixty, Guess en Geox veel interessanter.
In een café in Grossetto dronk ik Sol Caffe uit mooie porseleinen Sol-kopjes. "Kan ik er een paar kopen", vroeg ik de barman, nadat deze snelle jongen zijn lange gesprekje via het mobieltje had afgebroken (mobiele privégesprekken krijgen in Italië duidelijk een hogere prioriteit dan klantencontacten). Hoeveel dagen blijft u nog hier? “Nou, nog een uurtje”, zei ik. Met veel Italiaans geritsel werden door de fabriek binnen drie kwartier twaalf kopjes Sol Caffe bezorgd. Voor een vriendenprijsje, uiteraard met wat Italiaanse 'courtage' had ik mijn unieke souvenir. De Sol-familieleden kan ik gelukkig maken met een Italiaans porseleinen kopje, al blijven de meiden gelukkiger met hun Geox schoenen en Zara-shirts. Prima, zolang we maar geen Italiaanse schoonzoon als souvenir meenemen. Al klinkt oppassen op kleinkinderen in de Toscaanse heuvels ook niet verkeerd.