Wonen is een basisbehoefte, maar vaak ook een vermogenskwestie. Huizen vertegenwoordigen veel geld, wat emoties oproept, zeker als zaken anders lopen dan de 'rechthebbenden' verwachten.
Kinderen willen nog wel eens rekenen op de erfenis van hun overleden ouders, maar dat kan tegenzitten. Zo woont mijn moeder in een serviceflat die gerenoveerd moet worden. De keuze is platgooien en nieuwbouwen of grondig renoveren. Ondertussen overlijden bewoners en hun erfgenamen kunnen de flat niet verkopen maar moeten wel € 800,= per maand aan servicekosten betalen. Dat is zuur als je rekent op een erfenis rekende om je eigen hypotheeklasten van je iets te dure eigen woning te verlagen. De vergadering van eigenaren die ik bijwoonde was explosief. Als er geld op het spel staat lopen emoties hoog op. Een oud-ziekenhuisdirecteur leidde als onafhankelijk voorzitter de bijeenkomst gewend aan complexe vergaderingen tussen ziekenhuisdirecties en medische staven. Een vergadering met de medische staf is in menig ziekenhuis moeilijk, maar ik geef het te doen om een vergadering te leiden waarin hoogbejaarde mensen die willen blijven zitten in hun woninkje (en niet renoveren) en erfgenamen die hun geld willen zien (uitkopen).
Niet alleen opgepot geld kan soms een probleempje zijn, ook het investeren in woningen kan tot jaloezie oproepen. Wij wonen op een hofje naast een groot pand dat inmiddels een nieuwe eigenaar heeft, en 'eventjes' wat gaat renoveren. De eigenaar is al acht maanden bezig met een grootschalige verbouwing: nieuwe etages, een jacuzzi etc.. We zijn inmiddels een miljoentje of wat verder en nu is de tuin aan de beurt. Alle bomen en omheining zijn verdwenen, waardoor inbrekers vrij spel hebben. Dus ik weet niet of ik nou zo blij moet zijn met zo'n "Quote - top 100" -buurman.
Dat iemand goudgeld hebt verdiend met de re-fill van cartridges is prima, maar loop er niet mee te koop. Dat trekt ongewenste aandacht van mensen die zichzelf ook als een soort 'rechthebbenden' zien. Ik laat me door een groter inbraakrisico niet gek maken, het recht op een rustige vakantie laat ik me niet afnemen.