Rotterdam in de zomer is niet voor iedereen een vakantiebestemming. De Witte de Withstraat ontwaakt op dit middaguur langzaam, maar bij Loos zit het terras vol. Langs de kade langs het water is het zowaar druk. Je waant je in het buitenland met de flanerende stelletjes, en de grootouders die met hun kleinkinderen op weg zijn naar de Spido.
Diverse wereldsteden, ook Rotterdam, hebben het water weer ontdekt. Net als in Engeland woonde men met de rug naar de rivier, een vuile afvalstroom vol met ratten en ander ongedierte. Hoe verder van dat riool, hoe beter. Het water is dankzij milieumaatregelen weer schoon en vormt nu het hart van de stad.
Bij het terras van Prachtig lunchen stelletjes terwijl de Spido en pannenkoekenboot langs varen. De brug opent voor een, wat het tafereel bijna ‘on-Rotterdams’ idyllisch maakt. Maar die rust wordt ruw verstoord door een stelletje overjarige pubers met speedboten en waterscooters die met veel lawaai de Leuvehaven binnen scheuren. Een gozer met bivakmuts op manoeuvreert zijn waterscooter dwars op het water waardoor een douche neerdaalt over de mensen op de speedbootjes.
Zijn we op straat en in de metro eindelijk wat bevrijd van gewelddadige gozers, is de rivier niet meer veilig. Misschien horen nozems net zo bij Rotterdam als water bij een haven?