Met de opdracht om een ‘droomcollege’ te geven, stap ik het universiteitsterrein op. In een kil vormgegeven collegezaal met zo'n honderd jonge merendeels vrouwelijke studenten is het lastig om weg te dromen. De studenten zijn inmiddels gewend aan het zo efficiënt mogelijk doorlopen van hun studieblokken. Op "Blackboard", hun ondersteunend computersysteem, is voor hen alles terug te vinden, van hun werkgroepenagenda tot opnames van gemiste colleges. Met je hoogstnoodzakelijke bijbaantje heb je niet de tijd alle colleges te volgen. Even thuis multi-tasken, sms’en met het vriendje, face-boeken, gamen en nog even tussendoor het college downloaden. Altijd maar doorgaan, altijd vooruit willen.
Toch voelt het als hard fietsen en geen meter vooruitkomen. Buiten fietsen in de frisse lucht heeft dan mijn voorkeur tot het regende dat het goot, eindelijk kreeg mijn vrouw me toch haar sportschool in. Met mijn vaste fietsroute in gedachten, een flesje water onder bereik, was het op de hometrainer zweten tussen de kletsende hardloopsters, de "spinnende" fietsgroep en de spier masserende kopieën van de Gooise vrouwen. Altijd maar doorgaan en geen echte meter vooruitkomen Terwijl buiten de regen tegen het raam kletterde, zie ik voor het eerst 400 calorieën uit mijn lichaam wegvloeien.
Het grijze Nederland kan zeker buiten de zomerperiode wel wat kleur gebruiken. Kleurrijke figuren zijn zeldzaam in het Hollands landschap, als ze er zijn komen ze van buiten, zoals Ramses Shaffy, een geadopteerde allochtoon. Iemand die altijd zijn eigen weg koos, bemind door bijna iedere Amsterdammer. Tot het einde toe bleef hij dronken, stoned of nuchter, gewoon doorgaan. Met een optimistische blik, gewoon altijd maar doorgaan. Altijd rebel gebleven, soms zonder zichtbaar verder te komen, zo leek het, maar wel intens geleefd.