Aan het eind van de middag verliep de terugvlucht naar Rotterdam heel soepel. Er leek geen vuiltje aan de lucht. De collega die achterbleef, was echter bezorgd geweest. “Je mag van geluk spreken dat jullie net op tijd weg waren”, vertelde hij over de telefoon, “De hel brak hier los in de vorm van een zwaar onweer, vlak nadat jullie waren vertrokken”.
Op de vliegtuigstoel lagen verschillende kranten met artikelen over de nieuwe modepresentaties in New York. Prominent stond mannequin Mirthe Maas, gekleed in Donna Karan, afgebeeld op een foto in de Frankfurter Allgemeine, een vooraanstaande Duitse krant. De Telegraaf schreef over dé doorbraak van Mirthe als topmodel voor diverse grote merken. In een eerdere intranetcolumn voorspelde ik anderhalf jaar geleden al dat dezelfde Mirthe, een vriendin van mijn dochter, binnen enkele jaren op de covers van internationale modebladen zou verschijnen. Zo’n voorspelling heeft nog minder kans dan een winnend lot in de Staatsloterij.
Mijn zoon verplaatste zich op datzelfde moment niet door de lucht, maar met de auto. Hij kreeg trek in een ijsje en stopte kort bij een benzinestation om er een te kopen. Nauwelijks was hij weer vertrokken, of een auto ramde twee minuten later met groot geweld datzelfde benzinestation. Er vielen doden en zwaargewonden onder de mensen die net iets langer in de rij stonden dan hij. ‘Allemaal godsbewijzen’ zou Thomas van Aquino gezegd hebben. ‘Gewoon een kwestie van veel geluk’, zegt een ander, of toch een bijzondere beschermengel op mijn schouder?