woensdag, november 19, 2008

TEMPO



In de geschiedenisboekjes worden de middeleeuwen afgeschilderd als een periode waarin relatief weinig gebeurde. Op de basisschool waren we zo door de jaren tussen 500 en 1500 heen, in tegenstelling tot de Gouden Eeuw of de industriële revolutie. Na een leven van hard werken mogen mensen in de laatste levensjaren uitrusten. Bij de opzet van de AOW, de regeling voor ‘op rust gestelden’ schatte men die periode op een paar jaartjes. Dat is nu wel even anders. Laatst trof ik op de afscheidsreceptie van een gepensioneerde collega zijn nog kwieke vader en zijn nog kwiekere nieuwe vriendin van 93! Ze kenden elkaar nu drie jaar en woonden inmiddels samen. Dubbele vergrijzing, noemen we dat.
     Trendwatchers voorspellen dat de huidige wereldwijde crisis de voorbode is van een nieuwe technische revolutie. We kunnen als hologram overal verschijnen zonder te reizen, lichaamsdelen worden vervangen door nieuwe versies, we gaan steeds later dood. Of gaan we nog wel dood? 
     Tegenover al die virtuele aanwezigheid en technische implantaten neemt de behoefte toe om in kleine gemeenschappen gewoon met elkaar te verpozen, elkaar te ruiken en te voelen. Beelden doemen op van schilderijen met middeleeuwse taferelen. Er gebeurde toen misschien niet erg veel, maar ze leefden wel supermodern.