donderdag, januari 18, 2007

huwelijk

Zijn we in 2020 meer publiek of privaat, wilde het ministerie van mij weten tijdens een brainstorming. Kijken in de toekomst trekt mij wel. Op het eerste gezicht lijkt alles te blijven zoals het is. Kijk je terug dan blijkt er zeker sprake van veranderingen, althans als je geen last hebt van geheugenverlies over hoe wij in het verleden over samenleven dachten.
Steeds vaker grijpt men dan terug op de middeleeuwen. Govert Buijs, docent wijsbegeerte, schreef daar in de krant een aardige opinie over. Zo hebben wij liefde in de oudheid niet gevoeld als passie voor één persoon, maar als liefde meer voor de groep van buren, vrienden en familie. Sinds de jaren 50 zetten we bijna alle kaarten op die ene partner en andere relaties verwaarloosd. Stephanie Coontz hield onlangs een pleidooi voor de middeleeuwse huwelijksvorm, die tot begin vorige eeuw gebruikelijk was. Vrienden, familie en buurt waren in die tijd tenminste net zo belangrijk als die huwelijkspartner. De partner hoger aanslaan dan de groep was zelfs asociaal. Victoriaanse dames schopte hun man uit bed als een vriendin langskwam, met wie ze de nacht dan vervolgens kussend en knuffelend doorbrachten.
Privaat is thans veel te beperkt tot de ideale partner. Wellicht kunnen we ons werk en privé leven wat anders inrichten. Wat meer banden aanknopen met anderen zou het scheidingspercentage flink kunnen drukken. Minder hoge verwachtingen over het huwelijk geeft minder "singles". Het nauwe private wereldje wat oprekken, hebben we gelijk wat meer mantelzorgers beschikbaar voor de zorg. De tijd lijkt rijp om nieuwe samenlevingsidealen te formuleren, een "going back in the future" , terug naar de middeleeuwen. De jeugd is al begonnen, zij kiezen steeds vaker voor de sociale studies die daar bij horen zoals sociologie en filosofie. En die mannen van middelbare leeftijd? Die dromen al weg bij die vriendin in hun bed, maar dan zonder hun eigen vrouw.