dinsdag, januari 25, 2005

CHINA



Volgens het CBS staat China wat invoer betreft voor het eerst in de top-vijf van belangrijkste handelspartners van Nederland: ruim 6 procent van alle ingevoerde goederen kwam uit China. Dat het continent Azië in opkomst is merk je ook aan o.a. de filmindustrie. De nieuwe film Het huis van de vliegende dolken  is daar een voorbeeld van. Kwamen uit China vroeger vooral vechtfilms, nu zijn het juweeltjes van perfectie en vernieuwende filmregistratie. De film speelt in het China, van de 9de eeuw. Op weg naar de verovering van het hoofdkwartier van het House of Flying Daggers en tussen de opbloeiende liefde van Leo en Mei, een mooie blinde danseres, door is het genieten van prachtige plaatjes van de Chinese kunst en cultuur. Zelfs bij de lange aftiteling valt op hoe creatief Chinezen zijn met hun lettertekens. Slechts één keer zie ik ons schrift bij de afkorting DV, verder zijn alle namen inclusief high tech beroepen in Chinese tekens gevangen.

     Ook voor Het Oogziekenhuis komt China dichterbij. Onze vrienden van Moorfields uit Londen beginnen een samenwerking met Sjanghai, een stad die van ons de titel grootste havenstad ter wereld heeft overgenomen. Alles wijst er dus op dat ook wij onze pijlen zullen richten op China.

     De ontwikkeling van ons internationale netwerk loopt tot nu toe gelijk op met die van VOC en de grote scheepvaart eeuwen geleden. Na samenwerking met oogziekenhuizen in de havensteden Londen, New York, Baltimore, Singapore en Melbourne kan een samenwerking met een oogziekenhuis in Sjanghai toch niet ontbreken? Eeuwenoude traditie in een innovatieve en culturele omgeving, daar kunnen de 'Chinezen van Europa' nog veel van leren van de echte Chinezen! Nu nog even het Chinees schrift onder de knie krijgen!

dinsdag, januari 18, 2005

SOLDEN



In Vlaanderen zie je na 3 januari overal SOLDEN op winkeletalages, uitverkoop. Met het Nederlandse taalgebruik is iets geks aan de hand. Woorden als ‘restanten’, ‘koopjes’, ‘prijsverlaging’ of ‘opruiming’ zijn uit het straatbeeld verdwenen. Alleen het Engelse ‘SALE’ wordt nog gebruikt. Zelf ben ik geen groot taalexpert- zonder de spellingscontrole ‘WORD’ zou ik vaak zondigen. Maar het valt me wel op dat het aantal Engelse termen toeneemt gestimuleerd door het gebruik van internet en IT.

     De schrijver Erik Vlaminck wees mij, tijdens de presentatie van zijn uitgave Anastasia op nog een andere trend: terwijl we in Nederland zo’n voorstander voor emancipatie zijn, ‘vermannelijken’ we de woorden steeds meer. De leraar Duits kon ons altijd pesten met die verschillende naamvallen. Ook in het Nederlands bestaan vrouwelijke, mannelijke en onzijdige zelfstandige naamwoorden al is dat in het Algemeen Beschaafd Nederlands vaak niet meer te horen, maar nog wel in dialecten en het Vlaams. Vlaamse schrijvers merken op dat we steeds vaker zeggen: ‘De ….., hij is ….’, terwijl het soms “De …. , zij is…. “ zou moeten zijn.
      Op internet kun je tegenwoordig alles vinden ook de verklaring van deze trend. Onze drang om alles uit Amerika over te nemen, zoals het woord ‘SALE’, verklaart deels deze vermannelijking. Daar in Amerika hebben ze voor schoolboeken de taalpolitie, die elk mogelijk seksistisch of ongepast woord schrapt. Deze taalpolitie is eigenlijk een tot in het absurde doorgeschoten vorm van politieke correctheid. Vrouwelijke woorden worden soms als seksistisch gezien, terwijl de mannelijke woorden als neutraal gelden. Vroeger werd juist het gebruik van vrouwelijke woorden gepredikt, omdat de mannelijke woorden seksistisch waren.
    Kortom, we maken er met zijn allen een rotzooitje van, niet alleen wat het taalgebruik betreft. Ook de uitverkoop periode is in Nederland een chaos. In België begint de ‘solden’ steevast op de eerste werkdag na 1 januari. In Nederland begint die steeds vroeger, de nieuwe collectie hangt nog maar net, of de uitverkoop begint al. Graaien, graaien en graaien. Het wachten is nu nog op het eerste ziekenhuis met een DBC in de uitverkoop!

dinsdag, januari 11, 2005

ROTTERDAM IN ZEE



Frequente bezoekers van dit Kees-café weten dat ik iedere zaterdag- en zondagmorgen eventjes op en neer fiets naar België. Klinkt allemaal reuze indrukwekkend, maar ik ben binnen het uur uit en thuis. Mijn dagelijkse tochtje huis –ziekenhuis duurt langer. Wel neem ik de tijd eventjes afstand te nemen van de beslommeringen in het ziekenhuis en geniet van een leeg hoofd of de schitterende natuur.
     Een tijdje geleden had ik het geluk met een luchtballon over mijn huis en over mijn vertrouwde fietspad te varen. Een geweldige belevenis. Ad Haarhuis, al zo’n kleine dertig jaar ballonvaarder en meerdere keren Nederlands kampioen, bestuurde de ballon.  Zijn ouderlijk huis stond tegenover het mijne. Zijn jongere zusje (dat blijf je zeggen als grotere broer) studeerde zo’n twintig jaar geleden in Amsterdam en ik werkte toen in het AMC. Als ze thuis was, reed ze met mij mee terug naar dat grote Amsterdam. Goedkoop voor haar en ik kwam wat te weten over ballonvaren. Zelf had ik tot voor kort nooit in een ballonmandje gestaan. Ad is natuurlijk niet voor niets Nederlands kampioen en stuurde zijn ballon precies over mijn huis, een knap staaltje vakmanschap. En zo kwam ik precies over mijn fietspad richting het Vlaamse land, een prachtig stukje natuur.
     Onlangs hebben ze een nieuw bordje LP9b, langs het fietspad geplaatst, een doorgaande fietsverbinding tussen de ‘wereldsteden’ Breda-grens en Nieuweschans, de NAP-route. Al 400 jaar is het Normaal Amsterdams Peil een waterhoogte ijkpunt om te meten hoe hoog andere punten liggen. De route van 445 km volgt globaal de NAP-lijn, de grens tussen nat en droog Nederland, ofwel de droge-voetengrens. Zonder onze wereldberoemde waterkeringen en dijken zou je hier langs een denkbeeldige kustlijn fietsen. Soms denk ik langs de Noordzee te fietsen, maar dan krijgen we in Rotterdam wel natte voeten!

     Zou het op de LP9b ooit net zo druk worden als op de A 16? Denk het niet. Van mijn huis naar de Champs Elysees in Parijs is het volgens de routeplanner 401 km. Dan rijd ik toch liever in zuidelijke richting, ben ik nog sneller in Parijs dan in Nieuweschans! Voorlopig blijft het echter gewoon een fietspad langs de rivier de Mark, lekker stil genietend van de wisseling van de seizoenen. Na een halfuurtje keren bij de grenspaal, langzaam maar zeker een relikwie in een verenigd Europa. Zolang Breda nog niet aan zee ligt houden we in Rotterdam gelukkig droge voeten.

dinsdag, januari 04, 2005

DAG MENEER



Mag ik voortaan Kees tegen je zeggen? Al mijn collega's zeggen Kees tegen U, maar ik zeg al jaren netjes Meneer Sol. Bevestigend antwoordde ik op deze vraag van één van onze medewerksters. Ze vond het wel zo prettig het onderwerp eerst duidelijk te bespreken. Al die tijd had ze gewacht op mijn toestemming om me bij de voornaam te noemen.

     In de jaren zestig en zeventig, zo na de opstand in Parijs, moesten de standenverschillen verdwijnen. Mij was één van de tien geboden goed aangeleerd: "eert Uw vader en Uw moeder". De "U" met een hoofdletter. Bij katholieken het 4e gebod en bij protestanten het 5e gebod. Voor mij is het vanzelfsprekend om mijn ouders in de  "u-vorm" aan te spreken. Vreselijk ouderwets natuurlijk, want kinderen gebruiken nu bijna altijd de voornamen om hun vader, moeder, tante en oom aan te spreken. Na zo’n dertig jaar heb ik nog altijd moeite om mijn schoonouders bij de voornaam te noemen, laat staan om ‘papa’ en ‘mamma’ te zeggen tegen personen die mijn natuurlijke vader of moeder helemaal niet zijn! Via allerlei kwinkslagen probeer ik onder het gebruik van die voornamen uit te komen. Dat lukt me heel aardig, moet ik zeggen.

    E-mailen en chatten heeft een extra dimensie gegeven aan het tutoyeren. Dit flitsende medium legt de "je-vorm" als omgangsvorm bijna verplicht op. Je tutoyeert er vrolijk op los, zonder de persoon in kwestie ooit een keer gezien te hebben. Een intieme omgangsvorm terwijl je elkaar op straat zo maar voorbij kunt lopen. Toch verscheen tijdens het MSN-en met mijn dochter in Leuven ineens de kreet "dag meneer" op het scherm. Ze zat op de laptop van haar Vlaamse "lief" te werken. De Vlaamse jongen presenteerde zich op MSN met "dag meneer". In Vlaanderen is het nog gebruikelijk om de ‘U’ en ‘Gij’ vorm aan te houden tot je expliciet toestemming krijgt om de voornaam te gebruiken.

     Eigenlijk waardeer ik het gebruik van de ‘U’ vorm. Het toont toch aan dat de spreker respect heeft voor de ander. Met het verdwijnen van de ‘U vorm’ lijkt ook het respect af te nemen. Senioren en zwangere vrouwen krijgen niet meer vanzelfsprekend een zitplaats aangeboden in bus en tram. Misschien toch maar weer de ‘U’ vorm in ere herstellen voor het eerste contact. Dan krijgen we waarschijnlijk vanzelf de betere omgangsvormen terug. Mijn dochter leert dat nu vanzelf van haar ‘lief’, zo lang dag meneer

als het duurt…