Nee, opa, het zijn geen koeien. De kleine meid van twee laat zich niet meer voor de gek houden. Ze weet precies welke dieren we tegenkomen op de fiets naar het Militair Museum in Soesterberg. Jonge kinderen letten op alles, ook al kennen ze nog niet alle woorden. Ze kopieert zelfs mijn ‘dresscode’ voor het logeren en roept trots, met blote buik in haar pyjamabroek: “Nu ben ik opa Kees.” In alle vrijheid kan ze roepen en spelen, ook in de indoor speeltuin van het museum, die vol staat met producten uit de wapenindustrie. Nu vrijheid overal onder druk staat, kijk ik toch anders naar de inrichting van de speeltuin.
Zoeken naar zingeving is van alle tijden. In het Kröller-Müller Museum is een tentoonstelling gewijd aan het geestelijk leven. Oprichtster Helene Kröller-Müller zocht naar nieuwe vormen van spiritualiteit en zingeving, wat de basis van het museum vormt. Via kunst krijg je de sleutel tot de wereld van de ziel. Kunstenaars kunnen het onzichtbare zichtbaar maken, zoals door het schilderen van een ruwe zee het onbeweeglijke toch laten bewegen. In de moderne kunst verdwijnt de werkelijkheid – zoals de koe – voor een abstracte verkenning van kleurverhoudingen. Kleuren krijgen kracht door het ‘kijken’ met de ogen van nu; we gaan het kunstwerk echt ‘zien’. Dit kan een andere beleving opleveren dan met de ogen van vroeger. Zijn het wel koeien?
Hier thuis, op de hoek van de straat, vonden op de avond van 28 oktober 1944 zware gevechten plaats, waarbij de Poolse troepen felle weerstand ondervonden van de Duitse soldaten die zich daar verschanst hadden. Uiteindelijk wisten de Poolse troepen deze strategische plek veilig te stellen, wat de volgende dag bijdroeg aan de bevrijding van Breda. Tachtig jaar later, op een prachtige warme nazomerdag, zitten de terrassen tijdens de herdenking overvol. Met een gevoel van verwondering, maar ook schaamte, zie ik talloze Poolse (oud-)strijders zich in uniform door de menigte wringen. De zonaanbidders tonen weinig respect voor de bevrijders van toen. De NAC-supporters doen dat beter: in het NAC-stadion toonden ze met een honderd meter breed spandoek hun waardering voor de bevrijders. Het enige Poolse woord dat ik spreek, ‘Dziękuję!’ (dank), is genoeg in een tijd waarin vrijheid in Europa niet meer vanzelfsprekend is. Of op z’n Brabants: “Ut zien koeien.”