zondag, juni 05, 2022

VERLATEN




Op deze eerste pinksterdag brengt het Nieuw-Zeelandse deel van ons gezin ons naar een bijna geheel verlaten Auckland Airport. Nieuw-Zeeland is sinds een maand weer open, maar zo goed als alle airport-shops zijn gesloten; er zijn te weinig vluchten en passagiers. Beveiligers en overig personeel vechten om je aandacht bij de paspoort- en bagagecontrole. Het contrast met Schiphol kan haast niet groter: daar heerst drukte, worden vluchten geannuleerd door personeelstekort en de wachtrijen zijn lang. Je zou bijna voorstellen om tijdelijk Kiwi’s in te vliegen als extra personeel; goed voor beide partijen werkervaring voor hen, kortere wachtrijen op Schiphol. 

     Onze kleinzoon van twee zat eerder deze week nog trots op een hele grote graafmachine in een verlaten weiland, de start van een enorm bouwproject van zijn vader; een fabriek en 1.100 woningen voor de fabrieksarbeiders. Ook hier speelt het woningtekort maar deze werkgever pakt zijn verantwoordelijkheid, vergelijkbaar met de aanpak van Philips in de begintijd van de industriële revolutie. Werknemers kunnen zo betaalbaar een huis kopen, een voordeel voor beide kanten.

     Het afscheid op het vliegveld valt zwaar. Het is onzeker wanneer we elkaar weer fysiek zien, en dat gevoel herkennen veel ouders. Je kind voelt zich thuis aan de andere kant van de wereld, maar het verlangen naar samen zijn blijft. Onze kleindochter van vier piekert al dagen over hoe opa en oma tegelijk bij haar en de andere kleinkinderen in Nederland kunnen zijn. Ze vindt geen oplossing, maar fluistert zachtjes: “I will miss you, opa.” Een mooiere band kun je je als opa niet wensen.