De film in het Picasso-museum in Malaga, zijn geboorteplaats, laat zien hoe Picasso ogenschijnlijk kinderlijk eenvoudig, de verf op het doek aanbrengt. De combi van gemaakte kleurkeuze en achterliggende gevoelens is niet zo eenvoudig te doorgronden. Onze lieftallige Spaanstalige gids gaf haar eigen draai aan de communicatie tussen schilder en kijker, alles was geniaal, maar of het klopt?
Ons kleinkind zegt nu ‘mama’, haar eerste woordje, net als bijna elk kind waar ook ter wereld. De daaropvolgende woordjes zijn per moedertaal verschillend en begint de hapering in de internationale communicatie. Kleinkinderen van nu communiceren vaak sneller via beeldtaal op mama's smartphone dan met woorden. Foto's en icoontjes volstaan op de phone, praten is geen noodzaak. Eerst de icoontjes leren dan de woordjes. Met drie buitenlandse schoonzonen vanuit andere culturen is de kans groot dat ook onze toekomstige kleinkinderen van elkaar zullen verschillen. De berichtjes op onze familie Whats-app zijn een mengelmoes van icoontjes gecombineerd met woorden in het Tongaas, Iers, Duits, Engels en Nederlands. Ook kleurgebruik verschilt. De Ier gebruikt veel groen en de Nederlander oranje-kleuren die vaak teruggaan op eeuwenoude tradities en politieke verschillen. Achter de blauwe band die het Noor-Ierse groene voetbalshirt doet verschillen van het Ierse, gaan bloedige twisten schuil tussen katholieken versus protestanten. Geen Europees land was ooit zo verdeeld als het Ierse continent en toch zongen beide supportersgroepen tijdens de afgelopen EK samen hun teams toe. De kleur groen riep dezelfde gevoelens bij hen op, zorgde voor verbondenheid.
Iedere nationaliteit gebruikt zo een eigen kleurcombinatie, om uiting te geven aan hun nationale trots. Tijdens hun huwelijk pronkten mijn dochter en haar man met een rood/geel/zwarte kralenketting uit Tonga. Dezelfde kleurencombinatie die de Duitsers en Belgen gebruiken om hun nationale trots uit te stralen. Communicatie tussen nationaliteiten kan problematisch zijn als eenzelfde kleur een ander gevoel oproept. Als grootouder wil je natuurlijk geen ruzie tussen internationale kleinkinderen. Maar hoe dat te voorkomen? Misschien dat een wereldwijde standaardisatie van kleurgebruik in icoontjes een eerste belangrijke stap kan zijn. Kinderen leren zo al vroeg een universele beeldtaal, die ze later als kunstenaar kunnen gebruiken. En gidsen in musea? De gids in het museum van Picasso hoeft zich daarover geen zorgen te maken, die kan haar eigen vrije interpretatie, met trots blijven geven, waar of niet. Picasso wist als geen ander met simpele kleuren diepe gevoelens op te roepen, hij was dan ook geniaal. Dat vinden grootouders van hun kleinkinderen trouwens ook al snel.