Afgelopen voorjaar was het met enkele collega’s genieten van het uitzicht over de rivierpromenade, de Bund, op het dakterras van een cocktailbar in Shanghai. Onze Chinese partner, een ziekenhuis met goede overheidscontacten, gaf groen licht voor de uitrol van de OOGbus: een laagdrempelige oogzorgvoorziening in de wijk, vergelijkbaar met de dorpspomp van vroeger. Een ‘portal’ dicht bij huis, met toegang naar alle noodzakelijke oogzorg. Met wellicht als ‘nevenvangst’: meer contact in de wijk en minder eenzaamheid. Na het vieren van deze stap met een aantal cocktails hoefden we ons op de terugweg geen zorgen te maken, de taxi bracht ons veilig terug.
Sinds begin dit jaar woedt een taxioorlog in China. Über investeert 1,2 miljard dollar om de grootste te worden, terwijl concurrent Didi Kuaidi met 3 miljard dollar inzet op marktleiderschap. Ondanks grote verliezen investeert men flink in marketing, auto’s en chauffeurs. De Chinese leiding is westers geschoold (Harvard), heeft sterke banden met grote internetbedrijven en uitstekende overheidsrelaties. Chauffeurs rijden in de nieuwste elektrische modellen. Voor de overheid is deze taxistrijd, het gebruik van APP’s en smartphones, een stimulans voor de digitale economie. Tesla investeert ondanks verliezen, miljoenen dollars in nieuwe elektrische auto’s, zoals een 7-zitter met een bereik van 400 km. De Chinese markt lonkt. Straks rijden deze auto’s autonoom, zonder bestuurder of taxichauffeur.
Tempo en omvang van uitrol van innovatieve ideeën in China zijn jaloersmakend. In dit investeringsgeweld lijkt de uitrol met één OOGbus in China misschien bescheiden, maar het achterliggende idee van meer sociale cohesie in de wijk, de maatschappelijke waarde, is zeer zeker interessant. De jaloezie spoel je niet met één drankje weg, maar wel met de droom van een ontmoetingsplek waar de OOGbus naast het oplaadpunt van de Uber-taxi staat. Dankzij het alcoholvrij dromen kom je veilig thuis, ook zonder taxi.