vrijdag, november 20, 2009

FAALANGST



Opeens lijkt de aanval op de wereldwijde prestatiecultuur van alle kanten te zijn geopend. Kranten, tijdschriften, boeken en televisie besteden volop aandacht aan de angst om fouten te maken. Mensen willen laten zien waar ze goed in zijn en proberen fouten te vermijden, terwijl onderzoek aantoont dat je juist het meest leert van fouten en hierdoor innovatiever wordt. Het taboe rond fouten en de angst om te falen moet doorbroken worden, want deze remt creativiteit en innovatie en staat uiteindelijk succes in de weg.

     In het voetbal, waar fans succes adoreren en verlies negeren, klonk deze week een andere toon in Duitsland. Bij overwinningen staan voetballers in het middelpunt van de aandacht, maar bij tegenslagen worden ze verguist en geïsoleerd. Achter populariteit en succes kunnen echter ook eenzaamheid en wanhoop schuilgaan. Als doelman heb je slechts één kans op selectie: je staat tussen de palen, of je staat er niet. Het vergt veel om met die druk te leven. Dat werd pijnlijk duidelijk tijdens de indrukwekkende begrafenis van Robert Enke, doelman van Hannover 96 en het Duitse nationale elftal. De rechtstreekse uitzending op ARD liet zien hoe zijn weduwe, teamgenoten en tienduizenden toeschouwers met behulp van inspirerende sprekers op grootse wijze afscheid van hem namen. Ze maakten tegelijkertijd een krachtig statement over de worsteling van de mens met faalangst. Enke ontnam zichzelf uiteindelijk het leven, gekweld door angst voor tegenslagen en voor de onthulling van zijn eigen angst.

     Elke dag stappen vier mensen uit het leven, maar daar wordt in het openbaar nauwelijks over gesproken. Op stations wordt alleen omgeroepen dat een trein een persoon heeft aangereden; flinke vertraging, maar de ware reden blijft onbesproken. Teresa, Enkes dappere weduwe, was vanaf het eerste moment open over de oorzaak van zijn dood en maakte zelfmoord bespreekbaar. Door haar openheid leek een hele natie verlost van de druk om altijd te moeten presteren. Ze gaf jong en oud de kans om bij elkaar de kracht te vinden hun eigen angstgevoelens te uiten. Wie zijn angst laat zien, wordt opeens niet als zwak beschouwd, maar juist als sterk. Het omgaan met tegenslagen blijkt uiteindelijk meer bij het leven te horen dan het genieten van prestaties.

vrijdag, november 13, 2009

STEDEN


Back to basic, terug hoe het eens was. Wonen, werken, vrijen en ander vertier, alles gemixed in een beperkte ruimte. Weg met de concentraties van kille, glazen kantoren in aparte kantoorwijken, winkels in aparte shopping malls en wonen apart in ver afgelegen sub-urbs. Liever het levendige Greenwich village van New York dan uitgestrekte resorts van Los Angeles. Liever flirten op straat op weg van huis naar werk dan vastzitten in de file op brede uitvalswegen. Even dat non-verbale contact, die oogopslag, dat quasi toevallige lichamelijke contactmoment.
     San Francisco is zo’n stad waar trends gemaakt worden. De overwegend lage, compacte binnenstad zorgt voor een warme, menselijke omarming. De verlaten pier oogt koud en zakelijk, geeft wel een wijds gevoel, maar de meeste mensen vermaken zich niet op zo’n vlakte. De ene dag is de pier leeg en verlaten, de andere dag overvol met talloze kraampjes met allerlei milieuvriendelijke groenten, organic is overal dé kreet. De aloude kraam als alternatief voor de winkel vol bling bling. De op houtvuur gebrande amandelen als alternatief voor een big Mac. Back to basic, de mens als een natuurlijk etend kudde dier. 
     De voordelen van de traditionele Europese binnenstad zijn evident, een natuurlijke levenswijze waar de zaterdagmiddag vol is met shoppende mensen. Winkelen als fun activiteit. Boven zo’n winkel woonde mijn oma, een ideale ‘spot’ plek om risicoloos de voorbij kuierende mensenstroom te bespioneren: zeurende kinderen, vrouwen in bontjassen, meisjes in hotpants, jongens in strakke spijkerbroeken en vriendjes die flirtten met steeds andere vriendinnetjes. De hele dag gewoon naar mensen kijken. De bewoners verdwenen uit de stad, maar de bovenwoningen zijn inmiddels weer erg in trek. We gaan de bovenwoning weer bewoonbaar maken, terug naar dat basic gevoel van samenleven.

zaterdag, november 07, 2009

BRUSSEL


Brussel, ooit bezongen door Jacques Brel als een bruisende stad, vrije en vrolijke stad is door de jaren heen sterk veranderd. Toen wilde Brussel, eens de hoofdstad van de lage landen, al modern en internationaal zijn. Thans strijkt de Europese top uit alle EU-landen met grote regelmaat neer in de hoofdstad van Europa. Dat doet de stad veranderen, tot een intercultureel epicentrum. Brussel is een smeltkroes van culturen en identiteiten, een ‘grootstad’ met meer dan 180 nationaliteiten, waar culturen en gemeenschappen samenleven. Al blijft Frans de voertaal en is menig Brusselaar begiftigt met een stedelijke francofone arrogantie, verandering is op til. De uitdijende Vlaamse economische macht is voelbaar, zowel op de terrassen van de Grote Markt als op het Brouckèreplein.
     Verandering is niet iets wat iedereen aanspreekt. Gelukkig zijn er van die activiteiten die zelden of nooit wijzigen, niet wat betreft tijdstip, niet wat betreft deelnemers, niet wat betreft regels. Alles op de routine. Jaar in jaar uit badmintonnen we met dezelfde mannen, met dezelfde regels. Alleen de locatie is in de afgelopen dertig jaar twee keer veranderd. Als hoge uitzondering spelen we deze woensdagavond in Brussel tegen een verzameling Waals en Vlaamssprekende badmintonners, een hogere zaal, andere mensen en andere regels. Want al was de puntentelling bij badminton al jaren geleden veranderd, niet bij ons, wij telden nog gewoon tot één en twintig in plaats van modern tot vijftien. Waarom zouden we. 
     Regeringsleider zijn is een hectische maar ook bevoorrechte job. Na een aantal jaren in de nationale schijnwerpers te hebben gestaan en met je internationale collega’s intensief te hebben opgetrokken, gaat er toch iets knagen. Inmiddels is Balkende op basis van zijn jarenlange ervaring een gerespecteerd collega geworden tussen zijn internationale vrienden, wordt geconsulteerd over de grote wereldvraagstukken. Thuisgekomen uit Brussel liggen de Kamervragen met futiliteiten uit één of ander gehucht op hem te wachten. Dan liever een bruisende baan, vrij en vrolijk in Brussel. Of is Nederland nog niet toe aan a change? Yes, we can, of kan het nie?