De start van het informatietijdperk viel in de jaren zeventig samen met de sluiting van traditionele fabrieken. De arbeiders verzetten zich hiertegen met bedrijfsbezettingen: ze namen de macht over van werkgevers, die hun werkgelegenheid om zeep hielpen. Uiteindelijk kwamen ze toch op straat te staan, maar wel een ervaring rijker. Hun kinderen wilden ze kost wat het kost een zo’n vernedering besparen, die kregen de kans om te studeren op de universiteit, de start van een glanzende carrière, ‘Een slimme meid is immers op haar toekomst voorbereid’.
De bladeren vallen, het is herfst, we maken ons op voor guur winterweer, ook economisch gezien. In 1969 werd de Universiteit van Tilburg tijdens de eerste universitaire bezetting in Nederland door studenten omgedoopt tot Karl Marx universiteit. In de jaren daarna werden diverse colleges Marxistische economie gegeven, met ook aandacht voor de econoom Kondratieff (1892-1938). Hij gebruikte de vier jaargetijden als metafoor voor economische cycli van vijftig tot zestig jaar, waarin periodes van pieken en dalen in de economie elkaar afwisselen. Na de Industriële revolutie (1771), stoom (1875), olie (1908) zitten we thans op het keerpunt van de vijfde cyclu: het informatietijdperk (1971). Volgens Kondratieff volgt op de “zomer” de “herfst”, de ineenstorting van de economie. Heeft hij gelijk dan zit achter de huidige kredietcrisis in de virtuele wereld toch de verwachting dat die zeer wel kan overslaan naar de reële wereld.
De man die betrokken was bij de eerste bedrijfsbezetting in 1972 is nog steeds trots op de universitaire studie van zijn zoon. Het leverde zoonlief een mooie baan op bij een van de meest innovatieve Nederlandse bedrijven, van de week hoort hij of zijn zoon in de eerste ontslaggolf meegaat. Over nieuwe bezettingen is nog niet gesproken, dat lijkt een kwestie van tijd. Immers de universitaire bezetters van toen zijn slim en op hun toekomst voorbereid.