Wat kun je met roem? Je kunt indruk maken, maar op wie eigenlijk? De naam van mijn buurtgenoot stond die week prominent vermeld op de verjaardagslijst in de krant, tussen andere Bekende Nederlanders. Er stond alleen niet bij dat hij in zijn dooie eentje op de ski’s stond, relatie net naar de knoppen, maar de wintersport was al geboekt. Stom toevallig schoven andere buurtgenoten net voorbij over de piste. Hun recalcitrante puberzoon lag nukkig in bed, ze kenden hem slechts van vluchtige contacten bij het buiten zetten van de kliko. Een leuk stel maar voor de BN’er helaas niet jong genoeg voor een swingend contact, wel een leuk stel om de eenzaamheid te doorbreken.
De volgende dag stonden ze met z'n allen bij de ski-lift, inclusief zoonlief, die toch maar uit bed was gekomen. Bij zijn vrienden kon hij natuurlijk wel indruk maken met zo’n verhaal, skiën met een sportieve BN’er. Samen gleden ze vlotjes over de zwarte pistes. Ouders tevreden en de eenzame BN’er tevreden. Liedjes van Guus Meeuwis schoten me te binnen bij het verhaal; “Geef mij nu de angst, ik geef je er hoop voor terug” en “geef mij het gevoel dat ik er weer bij hoor vandaag”.
Guus zat laatst nog naast ons in de vertrekhal op het vliegveld. Mijn kids zijn niet zo nukkig op vakantie. Het bleef bij de uitwisseling van “blikken in de ogen” dat was genoeg om “elkaar een dienst te bewijzen”. Guus is ook BN’er, maar eentje die kan leven zonder roem, gewoon een zelf gesmeerde boterham nuttigen, dat is een “Wereld van verschil”.