De Fransman is verzot op nieuwe techniekjes, veel meer dan de gemiddelde Nederlander verzot. Zo’n 15 jaar geleden kon je bij de boulangerie naast de kassa en omringd door de geuren van de verse baguettes, een klein apparaatje met een beeldscherm zien staan, de Minitel een vroeg voorloper van internet. In Parijs zijn alle bushalten uitgerust met actuele aankomsttijden, en in de bus zie je precies hoe laat de bus bij elke halte zal aankomen.
Toch lijkt de computer een dimensie te missen, ook in computer minnend Frankrijk. Onlangs viel me in het Centre Pompidou op dat, ondanks het gebruyik van allerlei technische snufjes, de meeste mensen vooral stilstaan bij de 'ouderwetse' twee of driedimensionale reguliere kunstwerken. Digitale technieken lijken een bepaalde dimensie te missen. Het is net het verschil tussen je verplaatsen door de 'lichtstad' met de metro of de autobus, de onder- of de bovenwereld. De metro is efficiënt en je gaat door de Parijse grond, maar met de bus zit je middenin Parijs en voel je je even een echte Parijzenaar.
Of zoals Pablo Picasso ooit zei: “Computers zijn nutteloos, ze geven alleen antwoorden en stellen geen vragen.” Hoewel zoekmachines tegenwoordig talloze antwoorden bieden op één vraag blijft de kernvraag: welk antwoord is eigenlijk het juiste?