Is de moderne trend van tiny houses een succes? Als liefde een rol speelt, heb je maar weinig ruimte nodig om gelukkig te zijn. Een kleine zolderkamer met een bed van 90 cm was voor ons als verliefde studenten al pure luxe. Ons nieuwste tiny house, een Quechua pop-up strandtentje, klapte in een paar seconden helemaal uit. Met een strakblauwe lucht, een stevige zeewind en zo’n 10 graden koeler dan landinwaarts, voelt de beschutting – dicht tegen elkaar aan liggend – als een comfortabele luxe.
Het omvormen van ons tiny house tot een plat pakketje, zodat het weer in de oorspronkelijke tas paste, duurde veel langer dan een paar seconden. We hadden ooit hard gelachen om een familie die een uur lang worstelde om hun tentje in te pakken. Dus we waren voorbereid, maar toch kostte het ons de eerste keer ruim tien minuten om het voor elkaar te krijgen. ‘Less is more’ kost dus duidelijk veel meer tijd dan ‘more is beautiful’.
Uit liefde en zorgzaamheid voor onze kinderen en kleinkinderen hebben we geprobeerd ons eigen huis op te splitsen in twee tiny houses. Vanwege een verbouwing wonen onze zoon, schoondochter en hun twee kleintjes van 1 en 2,5 jaar ruim negen weken bij ons. Zij verblijven op onze ouderlijke slaapkamer en in de woonkamer, terwijl wij slapen onder het schuine dak van de logeerkamer en een leefruimte op zolder hebben.
Bij zo’n inwoning lopen verschillende leefstijlen door elkaar heen. Het volledig opgeven van je privacy, ’s nachts wakker schrikken van huilende kleinkinderen, maar ook het intense geluk van een spontane, liefdevolle ochtendknuffel van je kleinkind in je krappe logeerbed. Hoe deden mensen dit vroeger toch, in tijden van woningnood vlak na de oorlog, of studenten die op kamers bij een hospita woonden? Tiny klinkt leuk, maar hoe leid je je eigen leven in een beperkte ruimte als onderdeel van een grotere, gedeelde ruimte? Is onderlinge liefde de smeerolie voor succesvol samenwonen in kleine ruimtes?
Echt tiny zijn de kleine huisjes die al 750 jaar geleden gebouwd zijn in het Begijnhof van Breda. Alleenwonende vrouwen, die hun liefde buitenshuis schonken aan mensen die hulp nodig hadden. Op een zonnige zondagochtend begint de harmonie in de gemeenschappelijke tuin het Concierto d’Aranjuez van Rodrigo te spelen, een stuk geschreven tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Overwinning en verlies strijden met elkaar. Naarmate het stuk vordert, pakken donderwolken zich langzaam samen boven het Begijnhof. Zon en onweer wisselen elkaar af, zoals ook in de beste relaties gebeurt. Soms leidt dit tot de wens voor meer ruimte in huis.
Een filosoof vertelde me ooit dat het zoeken naar ruimte in de relatie vaak leidt tot de wens voor extra fysieke ruimte. Niet vreemd dat in de hoogtijdagen van het ‘ik’-tijdperk de huizen steeds groter werden. Het krimpen van woonruimte vraagt om partners die kiezen voor nabijheid, of individuen die hun leefruimte steeds meer buiten de deur zoeken. Misschien is dit een signaal van een maatschappelijke beweging naar meer sociale cohesie, een ‘wij’-tijdperk.
In het Begijnhof wonen nog steeds alleen vrouwen, allemaal alleenstaand. Soms is tiny zo klein, dat zelfs liefde niet genoeg ruimte biedt. Dan kun je er natuurlijk altijd voor kiezen je liefde buitenshuis te zoeken of samen elders te gaan wonen. Het volgen van je liefde voelt altijd het beste, die wil tot liefhebben is nooit tiny.