
Schilderijen van het levenloze lichaam van Christus verschijnen tijdens deze paasperiode vaak in beeld. Wanneer de ziel het lichaam verlaat, geeft de mens zich over; er blijft een levenloos lichaam achter. Het is niet anders met een stad: haar karakter toont zich door het leven dat er geleefd wordt.
De Stokstraat in Maastricht was eeuwen geleden een straat met fraaie huizen voor belangrijke edellieden, maar 100 jaar geleden was het veranderd in een straat van ‘onmaatschappelijken’ en ‘achterblijvers’. Oorspronkelijk was het gemeentelijke doel om de bewoners te herhuisvesten en te heropvoeden, maar na de renovatie keerde niemand van hen terug. Het oude Stokstraatkwartier werd in 1973 weer opgebouwd, prachtig gerenoveerd van buiten, maar de straat was zijn ziel verloren.
Begin jaren tachtig ging het nog steeds economisch slecht met Maastricht. De mijnen sloten, de maakindustrieën verdwenen en de Universiteit van Maastricht, mijn toenmalige werkgever, kwam ervoor in de plaats. Deze jonge kennisindustrie kocht en restaureerde verschillende oude panden; de stad kwam langzaam weer tot leven dankzij de studenten. Toch kwam de echte omslag pas in de jaren negentig, toen voldoende studenten en medewerkers in de stad gingen wonen, de congres- en vergaderactiviteiten toenamen en de Europese Unie er ging vergaderen. De lokale economie kwam in een stroomversnelling, de sterren van Maastricht gingen echt stralen en de Stokstraat ontwikkelde zich tot een peperdure winkelstraat. Toch zul je daar de ziel van het echte Maastricht niet vinden.
De Nieuwstraat in Breda van nu is de Stokstraat van toen. Begin jaren zestig kon ik ’s ochtends op de fiets de geur van de stedelijke voedingsindustrie nog waarnemen. Stipt om 7 uur liep ik naast de pastoor als misdienaartje de kapel van het nonnenklooster binnen voor de ochtendmis. Over een aantal weken opent een vijfsterrenhotel van de Marriott-keten daar haar deuren. Een stijlvolle ontvangst van internationale gasten in een moderne, monumentale vormgeving, maar is er ook gedacht aan de ziel? De oorspronkelijke bewoners van de Nieuwstraat waren immers belangrijke edellieden, zoals Jan van Polanen III en graaf Jan IV van Nassau, die bekend waren met de wereldproblematiek van destijds. Het was een straat waar men sliep na in het Kasteel van Breda het genot van macht te hebben ervaren. Vredesverdragen werden daar immers hoffelijk gesloten, waarbij Suriname en New York onder de wereldheersers werden verdeeld. Een hoffelijkheid die Diego Velázquez zo treffend vastlegde in zijn wereldberoemde schilderij De overgave van Breda.
Een combinatie van belevenis- en kennisindustrie moet in Breda de economie weer stimuleren, nu de maakindustrie verdwenen is. De Bredase dj’s van wereldfaam, Tiësto en Hardwell, kunnen de ziel raken. Dat smaakt naar meer, de schets van het House of DJ’s is al gereed. Het opleiden en realiseren van deze nieuwe economische sector volstaat echter niet met alleen het creëren van een buitenkant, zoals een vijfsterrenhotel. De klanten verwachten ook een ervaring die de ziel raakt. De herbeleving van de ziel van machthebbers van vroeger door die van vandaag kan alleen plaatsvinden als ook het Kasteel van Breda opengaat voor het grote publiek, de hekken verdwijnen, je je eigen weg kunt gaan en de hoffelijkheid weer ervaren wordt. Breda moet zich opnieuw overgeven, dit keer aan de ziel van de hoffelijkheid. Dan is het alleen nog wachten op de schilder die de nieuwe overgave van Breda zal verbeelden.
* Jaren geleden sloot de plaatselijke D66-afdeling elke raadsvergadering af met de stelling: “Overigens blijven wij van mening dat de haven weer open moet” (Vrij naar de Romeinse senator Cato maior). “Overigens blijven wij van mening dat het Kasteel van Breda open moet