vrijdag, juli 10, 2009

BOIS DE BOULOGNE


Bij het Bois de Boulogne, langs de Périphérique van Parijs, begint langzaam het mediterrane vakantiegevoel op weg naar het warmere zuiden van Europa op te borrelen. De natuur dringt zich via de bomen waar je onder doorschiet op aan de maakbare, betonnen, leefomgeving waar je de rest van het jaar in vertoeft. Zo raak je meter voor meter, los van het keurslijf van het dagelijks bestaan op weg naar de ongedwongen vakantiebestemming.

      De huidige toeristische toplocaties bestaan vaak uit een combinatie van oudere gebouwen, idyllische terrasjes met een ver uitzicht gelegen aan een stromend riviertje. Locaties waar onze voorouders van gruwelden. Die stroompjes waren immers de open riolen en vuile transportwegen van de vorige eeuwen. Ze woonden er met hun rug naar toe zoals wij thans met onze rug naar herrie producerende snelwegen wonen. Huizen net aan de snelweg raak je aan de straatstenen niet kwijt.

     Dichter bij huis, ter hoogte van Prinsenbeek groeit boven de snelweg A16 op twee stadsviaducten een bos van bomen en struiken. Auto’s, bussen en vrachtwagens schieten als een moderne wilde waterstroom onder je door. Achter de glazen reling zittend op het houten bankje is het verrassend stil. Je droomt vanzelf weg bij de gedachten dat toekomstige generaties zich zullen verwonderen over de overal ter wereld groene ingepakte wegen, wat is nou leuker dan naar verplaatsende mensen kijken? Vooralsnog wordt het nieuwe park gezien als een geslaagd initiatief om het mediterrane gevoel een paar honderd kilometer noordwaarts te verplaatsen. Of automobilisten er echt een warm vakantiegevoel aan overhouden is de vraag: waarschijnlijk overheerst de dagelijkse filefrustratie, maar die staat ook regelmatig op de Périphérique van Parijs.